• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

Twee Schotse kruisgezanten

De auteur wijst ook op de hemelse Arts, bij Wie balsem te krijgen is tegen de meest dodelijke kwaal. Over Hem lezen er op blz. 35 en 36 het volgende: ''Wat geen arts op aarde ooit heeft gedaan, dat heeft de hemelse Arts gedaan. In de weg van lijden en afleggen van Zijn leven heeft Hij gezorgd voor het beste medicijn ter wereld, Zijn dierbaar hartenbloed. Daarom zijn zondezieke mensen met een plaag in het hart welkom bij deze hemelse Cardioloog. Hij nodigt: 'Zie, er is een plaats bij Mij' (Ex. 33,21). Hij zegt: 'Bij Mij is plaats voor verloren mensen. Voor mensen met schuld. Voor mensen met lege handen. Voor mensen die uitzien naar genade. Kom maar, zo vuil, zo walgelijk als u bent vanwege uw zondaarsbestaan. Er kan en mag, en er hoeft van u helemaal niets bij. Ik ben een gewillige en volkomen Zaligmaker. In Mijn striemen is genezing en vertroosting te vinden. Hebt u last van een stroom van ongerechtigheden? Ik heb gezorgd voor een overvloedige fontein van bloed, geopend tegen de zonde en de onreinheid. Laat u door mij maar genezen. Laat u door Mij zaligen. Laat u door Mij met God verzoenen.'''

Van Gray zijn enkel preken bewaard, iets dat te maken heeft met zijn sterven op jonge leeftijd. De preken van Gray zijn vooral praktisch van aard. Bij beide voorgangers staat het werk van Christus centraal. Kenmerkend voor hun prediking is het zeer krachtige aanbod van Christus, het appel tot geloof en bekering, en het bevindelijke en onderscheidenlijke karakter ervan. Ik noem het diepe eeuwigheidsbesef en de ernst van de realiteit voor eeuwig verloren te gaan. Vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw verschenen er in onze taal vertalingen van werken van Durham. Pas in de twintigste eeuw kwamen er vertalingen van preken van Gray uit. In dit voor een breed publiek toegankelijke boek geeft Leen J. van Valen in de door uitgeverij De Banier gestarte serie ‘Puriteinse biografieën’ een levendige beschrijving van het godvruchtig leven en werk van deze twee Schotse kruisgezanten. Beginnend bij Durham wordt eerst de levensloop van de bewuste prediker beschreven. Dan volgt een overzicht van hun geschriften in de brontaal gevolgd door een overzicht van de Nederlandse vertalingen. Herdrukken worden daarbij niet meegenomen. Bij Durham gaat Van Valen kort in op de Nederlandse vertalingen van zijn werken en ook op zijn theologische accenten. Bij Gray maakt hij verwijzend naar anderen wat opmerkingen over de stijl en inhoud van diens preken. Omdat Gray zo jong overleed en hij nog maar aan het begin van zijn loopbaan stond, is bij Gray geen rubriek gewijd aan zijn theologische accenten. Feitelijk zijn die dezelfde als bij Durham, maar aan de hand van zijn preken kan minder worden opgemerkt over zijn verbondsleer. Zowel het eerste deel over Durham als het tweede deel over Gray wordt afgesloten met een bloemlezing uit hun werken. Van Valen schrijft vanuit kennelijke congenialiteit over Durham en Gray. Met hem ben ik ervan overtuigd dat wij ook nu nog veel van deze predikers kunnen leren. Ik beveel deze introductie tot hun werken (want dat is deze biografie zondermeer) van harte aan.

Twee Schotse kruisgezanten

Leen J. van Valen
vanaf 1349