Jochem Douma (1931-2020) studeerde in Kampen aan de Theologische Universiteit (broederweg) en werd predikant in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) te Rijnsburg en Brussum. In 1966 promoveerde hij op de leer van de ‘algemene genade’ bij Kuiper, Schilder en Calvijn. Van 1970 tot aan 1997 was Douma hoogleraar ethiek aan te Kampen (Broederweg). Ook was hij hoogleraar medische ethiek aan de VU op de Lindeboomleerstoel en jarenlang voorzitter van de VBOK. Tweemaal werd hij ingeschakeld bij poliopreventie. Na zij emeritering legde hij zich toe op bestudering van het Oude Testament, wat onder meer resulteerde in zijn breed gewaardeerde Commentaar op de Psalmen.
Het werkzame leven van Douma valt voor een groot deel samen met de geschiedenis van de vrijgemaakte kerken. Kerkelijke ontwikkelingen en gebeurtenissen in de jaren ’60 van de vorige en de jaren ’10 van deze eeuw komen aan de orde. Deze autobiografie toont Jochem Douma als theoloog, ethicus, maar vooral als mens.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info